Informasie oor die woord intreden (Nederlands → Esperanto: komenciĝi)

Sinonieme: aanbreken, aanvangen, beginnen, ingaan, ertoe overgaan, een aanvang nemen, inzetten

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈɪntredə(n)/
Afbrekingin·tre·den

Vervoeging

Aantonende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(hij) treedt in(hij) trad in
(zij) treden in(zij) traden in
Aanvoegende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(dat hij) intrede(dat hij) intrade
(dat zij) intreden(dat zij) intraden
Deelwoorde
Teenwoordige deelwoordVerlede deelwoord
intredend, intredende(zijn) ingetreden

Vertalinge

Afrikaans’n aanvang neem; begin
Albaniesfilloj
Deensbegynde
Duitsanfangen; beginnen; seinen Anfang nehmen; losgehen
Engelsset in
Esperantokomenciĝi
Faroëesverða byrjaður
Fransdébuter
Italiaanscominciare
Nederduitsbeginnen
Noorsbegynne
Papiamentskuminsá
Portugeescomeçar
Saterfriesbeginne; ounfange
Skots-Gaeliestòisich
Spaanscomenzar; empezar; principiar
Srananbigin
Sweedsbegynna; börja
Thaiเริ่ม
Tsjeggiespočínat; počít; začínat; začít; zahájit
Turksbaşlamak
Wes‐Friesbegjinne; oanbrekke; oanfange; oangean