Niederländisch–Deutsches Wörterbuch

Deutsche Übersetzung des niederländischen Wortes vallen

Niederländisch → Deutsch
  
NiederländischDeutsch (indirekt übersetzt)Esperanto
(sneuvelen)
🔗 Alles is misgegaan sinds Théodred is gevallen.
(afvallen; flikkeren; neervallen);
hinfallen
🔗 Het mes liet ik vallen.
Fallen
;
Hinstürzen
; ;
Hinfallen
🔗 De zomer spoedde zich ten einde en het vallen van de eerste bladeren gaf hem een vreemd gevoel van binnen.
(omvallen)
🔗 Deze list gelukte, maar de boom was al gebroken en viel.
al naar het valt
je nach den Umständen
;
je nachdem
laŭ la cirkonstancoj
in het water vallen
fehlschlagen
;
scheitern
(inslapen; gaan slapen)
🔗 En hierna viel hij werkelijk in slaap.
(dwarszitten; storen; hinderen)
🔗 Janek zal ons tijdens de reis niet lastig vallen.
(neerleggen)
zu Fall bringen
;
umstürzen
;
fällen
;
fallenlassen
🔗 Ik laat hem niet vallen!
vallen op
einfallen
angreifen
;
überfallen
;
herfallen über
(aangrijpen; aanpakken; attaqueren);
angreifen
;
ausfallen
; ;
überfallen
; ;
losgehen auf
; ;
in Angriff nehmen
;
sich machen an
;
sich hermachen über
;
den Kampf beginnen
🔗 Hoorde je bij de bandieten die ons aanvielen?
(uitvallen)
entfallen
;
verfallen
; ; ;
ausfallen
(flikkeren; neervallen; vallen);
hinfallen
(ontrouw worden)
untreu werden
(drogen; droog worden; opdrogen; uitdrogen; verdrogen);
dorren
;
verdorren
(gebeuren; geschieden; omgaan; passeren; plaatsgrijpen; voorvallen; zich toedragen; vóórkomen); ; ; ; ; ; ; ;
🔗 En zo geviel het dat elf dagen na de ondergang van de stad het hoofd van hun leger de rotspoort aan het einde van het meer doortrok en de onherbergzame landen binnenreed.
einfallen
;
einfallen in
;
eindringen in
;
überfallen
;
angreifen
; ;
sich ausbreiten über
;
überlaufen
;
herfallen über
;
heimsuchen
🔗 De duisternis was nog niet ingevallen toen Tom al fluitende zijn weg vervolgde.
(vervangen; waarnemen);
ersetzen
;
an Stelle treten
;
vertreten
;
Ersatz sein für
;
Vertreter sein für
🔗 Maar ik weet zeker dat je ons graag uit de brand haalt en voor hem invalt.
;
Einfall
;
Überfall
;
Überhandnehmen
;
Eindringen
;
Ansturm
;
Heimsuchung
🔗 Ze zouden bij het invallen van de duisternis op weg gaan, want Elrond had hun aangeraden om zoveel mogelijk onder dekking van de nacht te reizen, tot zij ver van Rivendel vandaan waren.
(frapperen)
frapi la okulojn
🔗 Eén ding viel haar direct op.
(overrompelen)
🔗 U overvalt mij enigszins.
koinzidieren
;
zusammenfallen
;
zusammentreffen
;
sich decken
;
völlig übereinstimmen
🔗 Is het dan niet redelijk te veronderstellen dat zijn programma zal samenvallen met het mijne?
(lawine)
Lawine
🔗 In de Franse Alpen zijn een onderofficier en drie soldaten van een detachement der genie op de Col du Partaillon door een sneeuwval bedolven en om het leven gekomen.
;
nach hinten fallen
;
verfallen
🔗 Het touw viel weer terug.
zufallen
;
zugehen
;
sich schließen
toevallen
Epilepsie
;
Fallsucht
zerfallen
;
zusammenfallen
;
auseinander fallen
;
ausfallen
;
einstürzen
;
herausfallen
🔗 Maar wat gebeurt er als de stroom uitvalt?
entsagen
;
verzichten
(afvallen)
entfallen
;
verfallen
; ; ;
ausfallen
(valkuil)
Fallgrube
🔗 Een val van een trap zou de beste verklaring zijn.
(slag; valstrik); ;
Fangvorrichtung
🔗 Hij wist dat zijn derde val eveneens verdwenen was.
valbijl
(guillotine)
Fallbeil
;
valdeur
Fallgatter
valdeur
(valluik)
valgordijn
(rolgordijn)
Jalousie
;
Rolladen
Schwerebeschleunigung
;
Fallbeschleunigung
(in verval raken)
gebrechlich werden
;
verfallen
(in verval raken)
verfallen
🔗 De boerderij in Pawtuxet, die door iedere levende ziel gemeden werd, liet men door de jaren heen tot stof vergaan en scheen met onverklaarbare snelheid te vervallen.
zu bezahlend
(bouwvallig)
in Ruin
;
in Verfall
ruina
🔗 In plaats van de vervallen toren die hij zich herinnerde, rees er een fraai kasteel met hoge torens uit de nevels op.
(gebeuren; geschieden; gevallen; omgaan; optreden; passeren; plaatsgrijpen; zich voordoen; zich toedragen; vóórkomen); ; ; ; ; ; ; ;
🔗 Dit alles viel voor in de derde week van Barees leven.
wegbegeben
; ;
sich entfernen
; ;
sich davonscheren
entsinken