Information über das Wort frapperen (Niederländisch → Esperanto: frapi la okulojn)

Synonym: opvallen

WortartVerb
Aussprache/ˈfrɑˈperə(n)/
Trennungfrap·pe·ren

Konjugation

Indikativ
PräsensPräterium
(hij) frappeert(hij) frappeerde
(zij) frapperen(zij) frappeerden
Konjunktiv
PräsensPräterium
(dat hij) frappere(dat hij) frappeerde
(dat zij) frapperen(dat zij) frappeerden
Partizipien
PräsenspartizipPerfektpartizip
frapperend, frapperende(hebben) gefrappeerd

Gebrauchsbeispiele

Het was dan ook deze vitaliteit, meer nog dan haar schoonheid, die het meest frappeerde.

Übersetzungen

Deutschauffallen
Englischstrike
Esperantofrapi la okulojn
Luxemburgischopfalen