Information über das Wort uitdrogen (Niederländisch → Esperanto: sekiĝi)

Synonyme: drogen, droogvallen, droog worden, opdrogen, verdrogen

WortartVerb
Aussprache/ˈœy̯droɣə(n)/
Trennunguit·dro·gen

Konjugation

Indikativ
PräsensPräterium
(ik) droog uit(ik) droogde uit
(jij) droogt uit(jij) droogde uit
(hij) droogt uit(hij) droogde uit
(wij) drogen uit(wij) droogden uit
(jullie) drogen uit(jullie) droogden uit
(gij) droogt uit(gij) droogdet uit
(zij) drogen uit(zij) droogden uit
Konjunktiv
PräsensPräterium
(dat ik) uitdroge(dat ik) uitdroogde
(dat jij) uitdroge(dat jij) uitdroogde
(dat hij) uitdroge(dat hij) uitdroogde
(dat wij) uitdrogen(dat wij) uitdroogden
(dat jullie) uitdrogen(dat jullie) uitdroogden
(dat gij) uitdroget(dat gij) uitdroogdet
(dat zij) uitdrogen(dat zij) uitdroogden
Partizipien
PräsenspartizipPerfektpartizip
uitdrogend, uitdrogende(zijn) uitgedroogd

Gebrauchsbeispiele

Is uw handdoek al uitgedroogd?

Übersetzungen

Dänischtørre
Deutschaustrocknen; dorren; verdorren
Englischdry
Esperantosekiĝi
Färöerischtorna
Französischsécher
Italienischseccare
Papiamentoseka
Saterfriesischdurje; ferdruugje; ferdurje; fersoorje; soorje; uutdruugje
Sranannati
Westfriesischdrûgje; druie