Information über das Wort wegvallen (Niederländisch → Esperanto: foriĝi)

Synonyme: wegtrekken, zich wegscheren

WortartVerb

Konjugation

Indikativ
PräsensPräterium
(ik) val weg(ik) viel weg
(jij) valt weg(jij) viel weg
(hij) valt weg(hij) viel weg
(wij) vallen weg(wij) vielen weg
(jullie) vallen weg(jullie) vielen weg
(gij) valt weg(gij) vielt weg
(zij) vallen weg(zij) vielen weg
Konjunktiv
PräsensPräterium
(dat ik) wegvalle(dat ik) wegviele
(dat jij) wegvalle(dat jij) wegviele
(dat hij) wegvalle(dat hij) wegviele
(dat wij) wegvallen(dat wij) wegvielen
(dat jullie) wegvallen(dat jullie) wegvielen
(dat gij) wegvallet(dat gij) wegvielet
(dat zij) wegvallen(dat zij) wegvielen
Partizipien
PräsenspartizipPerfektpartizip
wegvallend, wegvallende(zijn) weggevallen

Übersetzungen

Deutschwegbegeben; verschwinden; sich entfernen; abhauen; sich davonscheren
Esperantoforiĝi
Französischdisparaître