Niederländisch–Deutsches Wörterbuch
Deutsche Übersetzung des niederländischen Wortes laten
| Niederländisch | Deutsch (indirekt übersetzt) | Esperanto |
|---|---|---|
| (doen; maken) | ; veranlassen ; bewirken ; ; | |
🔗 Laat de krijgers zich opstellen. | ||
| ; überlassen ; unterlassen ; ; | ||
🔗 Wij laten u in dat gevaar natuurlijk niet alleen. | ||
🔗 Zou hij me nu met je laten dansen? | ||
| (laten; laten schieten; loslaten) | ; überlassen ; unterlassen ; ; | |
🔗 Heer Bommel was ten einde raad en omdat Terpen Tijn het beste met hem voor scheen te hebben, liet hij de kunstenaar zuchtend begaan. | ||
| (nalaten) | ||
🔗 Waar heb je de machine achtergelaten? | ||
| (ophouden; uitscheiden) | ; | |
| (uitlaten) | auslassen ; herauslassen ; herausfließen lassen ; | |
🔗 Hoe kan ik weten dat je niet kunt worden omgekocht door een van mijn vijanden en dan het monster op mij zult loslaten? | ||
| (bevrijden; verlossen; vrijmaken) | befreien ; entledigen ; erledigen ; freilassen ; freimachen | |
🔗 En als wij u pas morgenochtend om vijf over elf loslaten? | ||
| (laten schieten) | ; überlassen ; unterlassen ; ; | |
sich ablösen ; ; aus dem Leim gehen | ||
enthüllen ; aufdecken ; offenbaren | ||
vererben ; vermachen ; | ||
🔗 Hij stierf toen ik achttien was en liet vrijwel geen geld na. | ||
unterlassen | ne fari | |
| (achterlaten) | ||
🔗 Hij liet geen nabestaanden na. | ||
| (vermaken) | testieren ; vererben | |
| (laten zakken) | ||
flattern lassen ; wehen lassen | ||
| (binnenlaten) | zulassen | |
| (gedogen; permitteren; toestaan; vergunnen; veroorloven) | ; gestatten ; | |
🔗 ’Ik kan niet toelaten dat hij Mary Kate wegstuurt. | ||
| (dulden; gedogen; lijden; tolereren; velen; verdragen) | ; | |
🔗 Wij laten het niet toe. | ||
| (loslaten; weglaten) | auslassen ; herauslassen ; herausfließen lassen ; | |
| (uitgeleide doen) | hinausbegleiten ; hinausbringen ; zur Tür bringen | |
| ; spazieren führen | promenigi | |
| (overslaan; weglaten) | verpassen | |
| (in de steek laten) | entäußern ; fortlassen ; überlassen ; unterlassen ; | |
🔗 Ik verlaat jullie nu. | ||
🔗 Simon Templar had Londen verlaten. | ||
| (eenzaam; uitgestorven) | öde ; wüst ; verödet | |
🔗 Reeds tien jaar lagen deze mijnen verlaten. | ||
| (eenzaam; onbewoond; uitgestorven) | menschenleer | |
🔗 Opnieuw verbaasde hij zich over dat rijtje verlaten hutten aan de overkant. | ||
| (uitlaten) | auslassen ; herauslassen ; herausfließen lassen ; | |
🔗 Hoe vreemd of onsamenhangend mijn woorden jou ook mogen voorkomen, je mag niets weglaten. | ||
| (overslaan; uitlaten) | verpassen | |