Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word doodlopen

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(heengaan; sterfgeval; verscheiden)
🔗 Heb je hen op de dood voorbereid?
(afgestorven; overleden; ter ziele)
🔗 Onze taal is niet dood.
(levenloos)
🔗 Dankzij het geld van de heer Bommel zal ik binnenkort in staat zijn dode stof tot leven te wekken.
🔗 De dood klopt aan mijn deur.
(stromen; vlieten; vloeien)
🔗 Met zijn hand veegde hij het zweet van zijn voorhoofd dat in zijn ogen liep.
(benen)
🔗 Elak vermande zich en liep het water in.
(gaan; te voet gaan)
piediri
(stappen; treden)
paŝi
🔗 Hij en John liepen naar hun ouders, die in de menigte stonden te wachten.
(tippelen; wandelen)
go for a walk
;
stroll
;
take the air

DutchEnglish
doodlopen have a dead end; run down
zich doodlopen tire oneself out with walking
dood consummation; dead; dead and gone; death; demise; departure; dissolution; end; exanimate; fall; fate; gone; no more; to death
lopen bear; course; gait; go; hoof it; range; tread; walk; run; running; travel; trend; walking; water