Fries–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Friese woord meitsje

Westerlauwers Fries	Nederlands (indirect vertaald)	Esperanto
meitsje werkwoord (dwaen; oanmeitsje)	maken werkwoord ; uitvoeren werkwoord ; vervaardigen werkwoord	fari werkwoord
meitsje werkwoord (dwaan)	bedrijven werkwoord ; begaan werkwoord ; maken werkwoord ; doen werkwoord ; uithalen werkwoord ; plegen werkwoord ; uitrichten werkwoord ; verrichten werkwoord ; uitvoeren werkwoord	fari werkwoord
meitsje werkwoord	aanmaken werkwoord ; maken werkwoord	fari werkwoord
meitsje werkwoord (ynstelle)	doen ontstaan werkwoord ; formeren werkwoord ; instellen werkwoord ; maken werkwoord ; ontwikkelen werkwoord ; opleveren werkwoord ; opwekken werkwoord ; in het leven roepen onbekende woordsoort	estigi werkwoord
meitsje werkwoord (fabrisearje)	aanmaken werkwoord ; fabriceren werkwoord	fabriki werkwoord
meitsje werkwoord (dwaan; litte)	doen werkwoord ; laten werkwoord ; laten doen werkwoord ; maken werkwoord ; ertoe brengen werkwoord	igi werkwoord
meitsje werkwoord (skeppe)	creëren werkwoord ; maken werkwoord ; scheppen werkwoord	krei werkwoord
meitsje werkwoord (ferhelpe; reparearje)	fiksen werkwoord ; herstellen werkwoord ; maken werkwoord ; repareren werkwoord ; verhelpen werkwoord ; verstellen werkwoord	ripari werkwoord
meitsje werkwoord (skeppe)	componeren werkwoord ; maken werkwoord ; scheppen werkwoord ; schrijven werkwoord	verki werkwoord
drûchmeitsje werkwoord (drûgje; druie)	afdrogen werkwoord ; drogen werkwoord ; droogmaken werkwoord ; uitdrogen werkwoord	sekigi onbekende woordsoort