Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord lichten

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
(licht geven; schijnen)
be luminescent
lumineski
(ruimen)
(beuren; heffen; ophalen; opheffen; opnemen; opsteken; optillen; tillen; oplichten; hieuwen; omhoogheffen); ;
heave
;
hoist
🔗 Laat het anker maar lichten.
lumigi al
🔗 Dan kunnen we een paar mensen meenemen om ons bij te lichten.
(berichten; verwittigen; voorlichten);
enlighten
🔗 U begrijpt waarom we u moesten inlichten.
(gemakkelijk; makkelijk)
(hel; helder); ;
light‐coloured
(helder);
🔗 Toen het lichter werd, konden we haar duidelijker zien.
🔗 Is er nog licht genoeg om te zien?
(zwak)
🔗 Het waren heel lichte geluiden, maar het gehoor van de albino was, in tegenstelling tot zijn gezichtsvermogen, heel scherp.
🔗 Wanneer lucht warmer wordt, zet hij uit en wordt daardoor lichter.
;
superficial
malsubstanca
(lichtjes; zwak; zwakjes)
malforte
🔗 Buiten regende het nog licht.
(gemakkelijk; makkelijk; met gemak)
🔗 Dat zal ik niet licht vergeten.
🔗 Rijstwafels zijn de perfecte basis voor een lichte maaltijd.
🔗 Het team van Max Verstappen vindt dat Lewis Hamilton een te lichte straf heeft gekregen en onderneemt nu actie.
🔗 Ik zie geen lichten.
(helder);
(opklaren)
🔗 In het oosten lichtte de hemel op.
(beuren; heffen; opheffen; opnemen; opsteken; optillen; tillen; lichten; opbeuren; omhoogheffen);
hoist
🔗 Langzaam, en bang dat ze niets zou vinden, lichtte ze haar hoofdkussen op en zag een kleine zilveren kam liggen.
(omhoogheffen; opsteken; heffen; opheffen; optillen)
🔗 Juffrouw Politt lichtte de klopper op en klopte bescheiden op de deur van het villaatje.
(duidelijk maken; ophelderen; verhelderen; verklaren)
🔗 „Laat ik naar zijn woning gaan,” zei De Bracy, „en hem de wensen van uwe hoogheid toelichten.”
(berichten; inlichten; verwittigen);
enlighten
;

NederlandsEngels
lichten blaze; clear; dawn; get light; give light; heave; hoist; levy; lift; lighten; phosphorescence; prize; prize open; prize up; raise; rob; shine; trip; weigh
het anker lichten up anchor; weigh anchor; get under way; raise anchor
bandelichter tyre lever
bijlichten light; give a light
doorlichten audit; X‐ray
inlichten direct; enlighten; inform
licht slight; bright; candle; easily; fair; flare; gentle; light; lightly; lightsome; mild; mildly; pale; taper; light‐coloured; wanton; slightly; luminary
lichtend luminous; shining; phosphorescent
oplichten lift up; sharp; light up; chisel; con; finagle; gazump; hoist; lift; swindle
toelichten elucidate; illustrate; explain
uitlichten lift out
voorlichten beacon; educate; enlighten; illuminate; illumine; inform; advise; give information