Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord fair

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
fair
(bazaar; market)
; ;
fair
(blond; fair‐haired)
fair
(market; festival; trade fair)
(just; righteous; equitable; legitmate);
🔗 I don’t think that’s fair, do you?
fair
(kermis; village fair)
fair
(tidy)
sufiĉe granda
fair
(beautiful; fine; handsome; lovely; pretty; becoming; comely)
;
fair
(neat; clear‐cut; spruce)
;
(rational; reasonable)
🔗 It’s fair to say Xí would prefer the war to end without a Russian defeat.
fair copy
;
fancy fair
(bazaar; jumble‐sale)
bonfara vendo
trade fair
(fair; market; festival)
fair‐haired
(blond; fair)
fairly
(rather; relatively; comparatively; quite)
;
fairly
(equitably; justly)
;
(unjust; iniquitous; wrongful; wrong);
🔗 That was a very unfair act.

EngelsNederlands
fair aardig; behoorlijk; billijk; blank; blond; eerlijk; ernstig; fideel; foor; fraai; geoorloofd; gunstig; jaarbeurs; jaarmarkt; kermis; licht; lichtblond; mooi; ordentelijk; rechtvaardig; redelijk; salon; schappelijk; schikkelijk; schoon; schoonheid; stroomlijnen; tamelijk; vrij aanzienlijk
autumn fair najaarsbeurs
by fair means or foul eerlijk of oneerlijk
by fair means or foul means eerlijk of oneerlijk; op eerlijke of oneerlijke wijze
commercial fair jaarbeurs
copy fair in het net schrijven
fair and softly go far zachtjes aan dan breekt het lijntje niet
fair and square eerlijk
fair copy in het net geschreven afschrift; net; netschrift
fair enough dat is niet onredelijk; okee
fair game een ideale prooi; vrij wild
fair is fair eerlijk is eerlijk
fair play eerlijk spel
fair’s fair eerlijk is eerlijk
fair to middling middelmatig; redelijk; zo zo
fancy fair bazaar; liefdadigheidsbazaar
home fair huishoudbeurs
horse fair paardenmarkt
industries fair jaarbeurs
in fair preservation goed geconserveerd
play fair eerlijk spelen
put somebody off with fair words iemand met een kluitje in het riet sturen
set fair bestendig weer
spring fair voorjaarsbeurs
the fair sex de schone sekse; het schone geslacht
trade fair jaarbeurs; vakbeurs
world’s fair wereldtentoonstelling
write out fair in het net schrijven
fairing stroomlijnbekleding; stroomlijnen; stroomlijnkap; vloeistuk
fairish aardig; tamelijk goed
fairly behoorlijk; bepaald; billijk; eerlijk; gewoonweg; nogal; onpartijdig; tamelijk; vrij; werkelijk
fairness billijkheid; blankheid; blondheid; eerlijkheid; ordentelijkheid; schoonheid
fair‐spoken hoffelijk; minzaam
unfair onbillijk; oneerlijk; unfair