Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord leider

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
(voorman)
🔗 Deze zevende man―dat was wel duidelijk―was de leider van het geheel.
duct
(aanvoerder; baas; chef; hoofd; hoofdman); ; ; ;
🔗 Nu was hij de echte leider van het avontuur geworden.
manager
🔗 De twee bedrijfsleiders komen me wel oprecht over.
gang leader
🔗 Ook op zijn eigen kamer vonden ze de bendeleider niet.
(aanvoerder; bevelhebber; bevelvoerder; commandant);
commandant
;
commodore
🔗 Oekraïense legerleiders zeiden kort voor de ramp met de Boeing‐777 dat de gevechten nog wel twee tot drie maanden zouden duren.
(de weg wijzen; geleiden); ; ;
(brengen; geleiden; voeren); ;
🔗 Toen leidde Tarzan zijn mannen de onder hem liggende vallei in.
🔗 Dat comité wordt overigens geleid door een zoon van president Lukašenko van Wit‐Rusland.
;
🔗 En, niet langer geleid door de bevelen van bovenaf, had hij zijn eigen denkvermogen aan het werk gezet.
(aanvoeren; besturen; regeren; runnen; aan het hoofd staan van)
🔗 Mugabe leidde Zimbabwe met harde hand.
🔗 Ik onderwerp me aan je leiderschap
air‐traffic controller
aviada reganto
opozicia ĉefo
🔗 Overal in het land zijn demonstraties gehouden als reactie op de moord van de populaire oppositieleider.
choir master
🔗 Dat heeft partijleider Geert Wilders bekendgemaakt.
(gids);
tourist guide
;
cicerone
🔗 Het was duidelijk de zien dat de rondleider verbleekte onder het vuil dat hem bedekte.
spelleider
stage‐manager
;
director
(stamhoofd; opperhoofd);
🔗 Hij heeft inmiddels de steun verloren van veel stamleiders, generaals en politici die eerder aan zijn kant stonden.
urineleider
(pisbuis)
urethra

NederlandsEngels
leider boss; captain; chief; conductor; director; executive; guide; head; kingpin; leader; manager; moderator; protagonist; spearhead
bandleider bandleader
bedrijfsleider works manager; manager
bendeleider gang leader
bereleider bear‐leader
discussieleider question‐master; chairman; panel chairman
eileider Fallopian tube; oviduct
fractieleider <leader of a parliamentary party>
gespreksleider discussion leader
groepsleider group‐leader
jeugdleider youth leader; leader of a youth group
kampleider camp leader
legerleider army commander
leiden conduce; conduct; control; direct; govern; guide; lead; manage; operate; spearhead; route; run; shepherd; take; front; train; be in the lead
leiderschap leadership
leidster lodestar; manageress; guiding‐star; leader; female leader; guide; female guide; conductress
luchtverkeersleider air‐traffic controller
orkestleider orchestra conductor; orchestral conductor
partijleider party leader
ploegleider team manager
projectleider project leader; divisional head
regeringsleider prime minister; PM; premier
reisleider courier; tour‐conductor
spelleider games‐master; quizmaster; drama producer
sportleider sports instructor
sportleraar PE teacher; sports instructor; games‐master
stakingsleider strike‐leader
urineleider ureter; urinary duct
vakbondsleider trade union leader
verkeersleider air‐traffic controller
verkoopleider sales manager; sales executive
volksleider demagogue; leader of the people
wereldleider world leader