Informatie over het woord bendeleider (Nederlands → Esperanto: bandestro)

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ˈbɛndəlɛi̯dər/
Afbrekingben·de·lei·der
Geslachtmanlijk
Meervoudbendeleiders

Voorbeelden van gebruik

Ook op zijn eigen kamer vonden ze de bendeleider niet.
De Zwarte Ridder, die de gang van zaken niet zonder grote belangstelling gevolgd had, nam nu op zijn beurt afscheid van de bendeleider.

Vertalingen

DuitsBandenchef; Leiter einer Band
Engelsgang leader
Esperantobandestro