Engels–Nederlands woordenboek
Nederlandse vertaling van het Engelse woord large
Engels | Nederlands (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(big; great; major; substantial; ample; mickle) | ||
🔗 It is a world somewhat larger than Maske. | ||
(big; great) | ||
🔗 Large fluctuations in temperature are rare. | ||
at large (free) | ; | |
(augment; aggrandize; magnify; make bigger) | ; ; | |
🔗 Each succeeding edition was enlarged. | ||
enlarge (increase; aggrandize; augment; grow; get bigger; get larger; grow larger; make larger) | groter worden | |
(in a large measure; highly; greatly; extremely; bigly) | in hoge mate | |
(mostly; chiefly; mainly; predominantly; for the better part; for the greater part; for the most part) | ||
🔗 That Gaelic is a difficult language is largely a misconception. |
Engels | Nederlands |
---|---|
large | ⇆ breed; ⇆ groot; ⇆ royaal; ⇆ ruim; ⇆ veelomvattend; ⇆ vérstrekkend |
as large as life | ⇆ hoogstpersoonlijk; ⇆ in levenden lijve; ⇆ levensgroot |
at large | ⇆ breedvoerig; ⇆ in het algemeen; ⇆ op vrije voeten; ⇆ over het algemeen; ⇆ vrij |
be still at large | ⇆ nog vrij rondlopen |
by and large | ⇆ globaal; ⇆ over het algemeen; ⇆ over het geheel |
gentleman at large | ⇆ heer zonder beroep; ⇆ rentenier |
larger than life | ⇆ buiten proporties; ⇆ meer dan levensgroot; ⇆ overdreven |
sail large | ⇆ ruimschoots zeilen |
the public at large | ⇆ de goegemeente; ⇆ het grote publiek |
enlarge | ⇆ groter worden; ⇆ uitbouwen; ⇆ uitbreiden; ⇆ uitvergroten; ⇆ uitweiden; ⇆ uitzetten; ⇆ vergroten; ⇆ vermeerderen; ⇆ verruimen; ⇆ verwijden; ⇆ zich uitbreiden; ⇆ zich verwijden |
large‐hearted | ⇆ edelmoedig; ⇆ groothartig |
large‐limbed | ⇆ grofgebouwd |
largely | ⇆ grotendeels; ⇆ in grote mate; ⇆ in hoge mate; ⇆ in ruime mate; ⇆ ruim; ⇆ ruimschoots; ⇆ voor een groot gedeelte |
large‐minded | ⇆ onbekrompen; ⇆ ruim van opvatting |
largeness | ⇆ grootheid; ⇆ grootte; ⇆ onbekrompenheid |
large‐scale | ⇆ groot; ⇆ grootschalig; ⇆ grootscheeps; ⇆ op grote schaal |
largish | ⇆ vrij groot |