Nederlands–Engels woordenboek
Engelse vertaling van het Nederlandse woord uitvergroten
Nederlands | Engels (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(op; van; vanuit) | ; | |
🔗 Hij liep snel het hotel uit. | ||
(aan; door; met; om; van; vanwege; voor; wegens) | ; ; ; | |
🔗 Dat deed hij uit berekening. | ||
(over; voort; weg; verwijderd) | ; | |
🔗 Zij zijn het grootste gedeelte van de dag uit. | ||
; | ||
🔗 De lampen waren uit. | ||
(uitbouwen; uitbreiden) | ; ; ; magnify | |
(vermeerderen; opvoeren) | increase ; | |
🔗 Dat vergroot natuurlijk de moeilijkheden. |
Nederlands | Engels |
---|---|
uitvergroten | ⇆ blow up; ⇆ enlarge |
uit | ⇆ done; ⇆ for; ⇆ forth; ⇆ off; ⇆ out; ⇆ out of; ⇆ over; ⇆ through; ⇆ in a spirit of; ⇆ from; ⇆ from among; ⇆ in |
vergroten | ⇆ add to; ⇆ aggrandize; ⇆ augment; ⇆ blow up; ⇆ build up; ⇆ compound; ⇆ enhance; ⇆ enlarge; ⇆ increase; ⇆ magnify; ⇆ scale up; ⇆ swell |