Niederländisch–Deutsches Wörterbuch

Deutsche Übersetzung des niederländischen Wortes steken

Niederländisch → Deutsch
  
NiederländischDeutsch (indirekt übersetzt)Esperanto
(insteken);
hineintun
;
hineinbringen
;
hineinschaffen
;
hineinstecken
;
hineintreiben
;
hereinbringen
;
hereinschaffen
🔗 Waar gaat u hem in steken, heer graaf?
(doen; plaatsen; stoppen; zetten)
setzen
; ;
🔗 Ja, steek hem er diep in!
(porren; pikken; priemen; prikken)
stacheln
; ;
sticheln
🔗 Ik moest zorgen dat ik mijn zwaard tussen zijn ribben stak.
(opsteken)
plötzlich zu wehen beginnen
;
sich erheben
🔗 Zeg je naam en verklaar waarom je de hoorn gestoken hebt.
🔗 Het zwaard aan zijn zijde stak in een schede van rood leer.
;
foppen
;
spotten
;
verspotten
🔗 Nou steek je de draak met me.
(aansteken; doen ontbranden; ontsteken; stoken; in de hens zetten)
in Brand stecken
; ;
anstecken
;
🔗 Steek de opslagloodsen in brand en sla het waterrad kapot, maar laat de zaagmolen heel.
overhoop steken
(doodsteken)
erstechen
(aanmaken; doen ontbranden; in brand steken; ontsteken; opsteken)
in Brand stecken
; ;
anstecken
;
🔗 James Bond had zijn sigaret al aangestoken.
(besmetten; infecteren; verpesten)
anstecken
;
infizieren
;
mitreißen
;
(besmetten; infecteren)
anstecken
;
übertragen
;
(afsnijden)
(contrasteren)
im Gegensatz stehen
;
abstechen
;
sich hervorheben
🔗 Voor zich uit zag hij de Toren van de Olifant tegen de hemel afsteken.
(afvuren; afschieten);
🔗 Op oudjaarsdag mocht dit jaar voor het eerst pas vanaf 18:00 uur vuurwerk worden afgestoken, tot 02:00 uur nieuwjaarsnacht.
(overhoop steken)
erstechen
🔗 Intussen was de zoon van Harpagos bij Astyages aangekomen en deze stak de jongen dood en sneed hem in stukken.
durchgraben
;
durchstechen
🔗 Als het gebied ten oosten van de dijk te maken had met een overstroming, werd de dijk doorgestoken zodat het water kon weglopen.
durchgehen
;
durchqueren
;
hindurchgehen
;
durchgehen durch
;
hindurchgehen durch
;
führen durch
;
🔗 Het was een betrekkelijk gemakkelijk gebied om door te steken.
(steken);
hineintun
;
hineinbringen
;
hineinschaffen
;
hineinstecken
;
hineintreiben
;
hereinbringen
;
hereinschaffen
entzündet sein
🔗 De brandharen van de rupsen kunnen leiden tot klachten zoals ontstoken ogen, jeuk en koorts.
(aansteken; doen ontbranden; in brand steken; stoken)
in Brand stecken
; ;
anstecken
;
🔗 Nu werden er meer toortsen ontstoken.
anzapfen
spili
(steken)
plötzlich zu wehen beginnen
;
sich erheben
🔗 Als de wind opsteekt en hem naar ons terugvoert, moeten we over de muur vluchten.
(beuren; heffen; ophalen; opheffen; opnemen; optillen; tillen; lichten; oplichten; omhoogheffen);
aufheben
;
erheben
;
zücken
🔗 Conan grinnikte en stak zijn zwaard op.
(aanmaken; aansteken; stoken)
in Brand stecken
; ;
anstecken
;
🔗 Hij kon hem niet opsteken.
Stich
(maas)
Masche
;
Schlinge
(prik; stoot)
Stich
🔗 De moordenaar is er terecht van uitgegaan dat twee steken meer dan voldoende waren.
steekhevel
(pipet)
Saugröhrchen
;
(mug)
Mücke
;
Stechmücke
🔗 Citroenmelisse is een effectief en veel gebruikt middel om beten van steekmuggen te voorkomen.
(toernooi)
Turnier
🔗 Het steekspel, dat te Ashby in het district Leicester zou plaatsvinden, waar vermaarde kampioenen in tegenwoordigheid van prins Jan zelf hun krachten zouden meten, had alom de aandacht getrokken en van heinde en ver stroomden mensen uit alle standen op de bewuste morgen naar de plaats van het gevecht.
(uitspringen; uitstaan; vooruitsteken)
vorstehen
🔗 De meeldraden steken uit.
(ophouden; rekken; strekken; uitbreiden; uitstrekken)
ausbreiten
;
ausrecken
;
strecken
;
ausstrecken
;
erstrecken
;
aufspannen
;
ausspannen
;
auslegen
;
auswerfen
;
recken
🔗 Een pijnlijke situatie ontstaat, want wat moet je met de reeds half uitgestoken hand doen?
(uitspringen; uitsteken)
vorstehen