Information über das Wort doodsteken (Niederländisch → Esperanto: mortpiki)

Synonym: overhoop steken

WortartVerb
Aussprache/ˈdotstekə(n)/
Trennungdood·ste·ken

Konjugation

Indikativ
PräsensPräterium
(ik) steek dood(ik) stak dood
(jij) steekt dood(jij) stak dood
(hij) steekt dood(hij) stak dood
(wij) steken dood(wij) staken dood
(jullie) steken dood(jullie) staken dood
(gij) steekt dood(gij) staakt dood
(zij) steken dood(zij) staken dood
Konjunktiv
PräsensPräterium
(dat ik) doodsteke(dat ik) doodstake
(dat jij) doodsteke(dat jij) doodstake
(dat hij) doodsteke(dat hij) doodstake
(dat wij) doodsteken(dat wij) doodstaken
(dat jullie) doodsteken(dat jullie) doodstaken
(dat gij) doodsteket(dat gij) doodstaket
(dat zij) doodsteken(dat zij) doodstaken
Imperativ
Einzahl/MehrzahlMehrzahl
steek doodsteekt dood
Partizipien
PräsenspartizipPerfektpartizip
doodstekend, doodstekende(hebben) doodgestoken

Gebrauchsbeispiele

Intussen was de zoon van Harpagos bij Astyages aangekomen en deze stak de jongen dood en sneed hem in stukken.

Übersetzungen

Afrikaansdoodsteek
Deutscherstechen
Englischstab
Esperantomortpiki; pikmortigi