Niederländisch–Deutsches Wörterbuch

Deutsche Übersetzung des niederländischen Wortes nemen

Niederländisch → Deutsch
  
NiederländischDeutsch (indirekt übersetzt)Esperanto
(pakken; vatten);
🔗 Wild nam hij haar.
(aannemen; aanvaarden; ontvangen); ;
entgegennehmen
;
im Empfang nehmen
;
aufnehmen
;
auf sich nehmen
;
sich gefallen lassen
;
hinnehmen
;
eingehen auf
;
einwilligen in
🔗 Maar Caroline Crale nam dat zomaar niet.
🔗 Hij dreigde ons met zijn revolver en nam de koffer.
ekparoli
🔗 Ten slotte nam ze het woord.
(huren; in dienst nemen; tewerkstellen)
anwerben
;
dingen
;
heuern
;
mieten
;
in Dienst nehmen
;
in Lohn nehmen
; ;
🔗 Ik neem je weer aan!
(bevestigen)
konfirmieren
;
firmen
;
firmeln
(menen; onderstellen; stellen; vermoeden; veronderstellen)
vermuten
;
voraussetzen
; ;
🔗 Mag ik aannemen dat dit je meisje is?
(aanvaarden; accepteren; ingaan op; in ontvangst nemen; nemen; ontvangen); ;
entgegennehmen
;
im Empfang nehmen
;
aufnehmen
;
auf sich nehmen
;
sich gefallen lassen
;
hinnehmen
;
eingehen auf
;
einwilligen in
🔗 Jullie weten toch dat ik die rommel niet aanneem?
;
🔗 Al bewegend nam het de gedaante aan van een grote, weerzinwekkende rat.
(adopteren);
zu sich nehmen
;
sich zu eigen machen
🔗 Trump besloot om Flynn aan te nemen als zijn veiligheidsadviseur, maar Flynn moest in februari, na 24 dagen in dienst te zijn geweest, ontslag nemen toen bleek dat hij vice‐president Pence onjuist had geïnformeerd over zijn eerdere contacten met Russische functionarissen na de presidentsverkiezingen.
(aankopen; aanschaffen; inkopen; kopen; overnemen; betrekken; zich aanschaffen);
sich kaufen
; ; ;
(benemen; weghalen; wegnemen);
entziehen
;
wegnehmen
;
🔗 Alleen zijn zwaard was hem afgenomen.
(afruimen; wegruimen)
forigi la manĝilaron
(verminderen)
eingehen
;
schwinden
;
abnehmen
;
sich rückbilden
(dalen; verminderen)
klein werden
;
sich verkleinern
;
schwinden
;
(verminderen)
ermäßigen
plimalgrandiĝi
🔗 Na verloop van tijd nam het aantal Spanjaarden dat op Curaçao woonde, af.
(afhalen; wegnemen);
🔗 De vader trad naar voren en nam zijn pet af.
(repeteren)
(bezetten)
antreten
;
einfallen
;
einrücken
;
sich bemächtigen
;
🔗 Zou ik dan niet zijn plaats in de stam mogen innemen?
;
hinunterschlucken
;
hinunterschlingen
🔗 Hij heeft vergif ingenomen.
(bekleden; beslaan; bezetten; in beslag nemen)
bekleiden
; ; ;
in Anspruch nehmen
🔗 Professor Kosmin neemt een soortgelijk standpunt in.
(bijeenbrengen; medebrengen; meebrengen; meedragen; meenemen);
🔗 In het jaar 1936 kwam schrijver dezes voorbij een uitdrager die hem vroeg een stapel boeken te willen medenemen voor de somma van ƒ  25,—.
(medebrengen; meebrengen; meenemen; vergaderen)
uneinnehmbar
🔗 De muur was hoog, maar niet onneembaar.
(aftreden; afstand; ontslagname);
Niederlegung
; ;
(aantekenen; boeken; inschrijven; registreren; vastleggen)
registrieren
🔗 De kelner nam de bestelling op en verdween.
(filmen)
filmen
auf Platte aufnehmen
;
auf Platte aufzeichnen
(afmeten; meten; opmeten; uitmeten); ;
aufmessen
(beuren; heffen; ophalen; opheffen; opsteken; optillen; tillen; lichten; oplichten; omhoogheffen);
aufheben
;
erheben
;
zücken
🔗 Hij ging zitten en nam zijn boek weer op.
(in beslag nemen; opslorpen);
in Anspruch nehmen
;
fesseln
;
schlürfen
;
aufsaugen
;
einsaugen
;
aufnehmen
🔗 Door de kou zijn de wortels nog niet actief, zodat er weinig water wordt opgenomen.
🔗 En hij nam haar over, onder daverend gejuich.
(aankopen; aanschaffen; afnemen; inkopen; kopen; betrekken; zich aanschaffen);
sich kaufen
; ; ;
🔗 We moeten zijn grond nog van hem overnemen.
(gaan zitten; zich zetten);
🔗 Ze neemt plaats in de trein.
annullieren
;
für null und nichtig erklären
;
kassieren
;
(herroepen)
zurückziehen
(groot worden)
größer werden
;
sich vergrößern
(aangroeien; groeien; groter worden)
größer werden
;
sich vergrößern
🔗 Op het ogenblik dat ik dit schrijf, is het aantal bekende elementen juist toegenomen van 98 tot 99 en het zal zonder twijfel spoedig 100 bedragen.
(groeien; aanwassen; wassen)
🔗 De bevolking van Amsterdam nam in die periode snel toe.
(groeien)
entnehmen
;
(horen; verstaan); ;
anhören
;
Gehör schenken
;
sagen hören
;
mitgeteilt bekommen
;
zu Ohren kommen
🔗 Veel vernam hij echter niet meer.
auffassen
;
perzipieren
;
wahrnehmen
apperzeptieren
;
bewußt wahrnehmen
; ;
(gadeslaan; in acht nemen; observeren; houden)
beaufsichtigen
; ;
betrachten
; ; ;
zusehen
🔗 Deze was 90 jaar eerder voor het laatst in de jungle op het eiland waargenomen.
(bemerken; gewaarworden; merken)
auffassen
;
perzipieren
;
wahrnehmen
🔗 Wat neemt ge nu waar?
(invallen; vervangen);
ersetzen
;
an Stelle treten
;
vertreten
;
Ersatz sein für
;
Vertreter sein für
🔗 Turčynov neemt de functie van president waar.
sorgen für
; ;
Sorge tragen für
zorgi pri
🔗 De buren wisten niet beter dan dat die lange vent de zaak waarnam zolang de eigenaar in de bak zat.
(afhalen; afnemen);
entnehmen
;
(afnemen; benemen; weghalen);
entziehen
;
wegnehmen
;
🔗 Bestond er voor u geen twijfel wie het vergif weggenomen had?