Information über das Wort aannemen (Niederländisch → Esperanto: akcepti)

Synonyme: aanvaarden, accepteren, ingaan op, in ontvangst nemen, nemen, ontvangen

WortartVerb
Aussprache/ˈanemə(n)/
Trennungaan·ne·men

Konjugation

Indikativ
PräsensPräterium
(ik) neem aan(ik) nam aan
(jij) neemt aan(jij) nam aan
(hij) neemt aan(hij) nam aan
(wij) nemen aan(wij) namen aan
(jullie) nemen aan(jullie) namen aan
(gij) neemt aan(gij) naamt aan
(zij) nemen aan(zij) namen aan
Konjunktiv
PräsensPräterium
(dat ik) aanneme(dat ik) aanname
(dat jij) aanneme(dat jij) aanname
(dat hij) aanneme(dat hij) aanname
(dat wij) aannemen(dat wij) aannamen
(dat jullie) aannemen(dat jullie) aannamen
(dat gij) aannemet(dat gij) aannamet
(dat zij) aannemen(dat zij) aannamen
Imperativ
Einzahl/MehrzahlMehrzahl
neem aanneemt aan
Partizipien
PräsenspartizipPerfektpartizip
aannemend, aannemende(hebben) aangenomen

Gebrauchsbeispiele

De markies nam het sieraad dat de dwerg hem overreikte, verrast aan.
Daar u geen betaling wilde aannemen, zal ik u een equivalent sturen.
Jullie weten toch dat ik die rommel niet aanneem?

Übersetzungen

Afrikaansaanváár; neem; aanvaar
Albanischpranoj
Dänischacceptere; sige ja tak til; modtage
Deutschannehmen; akzeptieren; entgegennehmen; im Empfang nehmen; aufnehmen; auf sich nehmen; sich gefallen lassen; hinnehmen; eingehen auf; einwilligen in
Englischaccept; receive
Esperantoakcepti
Färöerischtaka ímóti; taka við; viðurkenna
Finnischottaa vastaan
Französischaccepter; accueillir; admettre; adopter; agréer; comporter; recueillir; revêtir; souffrir
Griechischδέχομαι
Isländischþakka; samþykkja
Italienischaccettare; accogliere
Katalanischacceptar; acollir; rebre
Lateinaccipere
Malaiischmenerima; terima
Niederdeutschaksepteren
Norwegischtakke ja til; godta
Papiamentoakseptá; aseptá
Polnischprzyjmować
Portugiesischaceitar; acolher; admitir; receber; topar
Rumänischaccepta; primi
Russischпринимать
Saterfriesischakzeptierje; ämpfange; geneemigje; ounnieme
Schwedischtacka ja till
Spanischaceptar; acoger; admitir; recibir; tomar
Thaiรับ
Tschechischpřijmouti
Türkischalmak; kabul etmek
Ungarischakceptál; elfogad
Westfriesischoanfurdigje; oannimme; akseptearje