Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word dagen

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(dagvaarden; voor het gerecht dagen)
summon
🔗 Ik daag je voor de rechtbank wegens belediging van de democratie!
tagiĝi
🔗 In het oosten begon het al te dagen.
🔗 Het duurt slechts enkele dagen.
🔗 Toen was hij klaar om de nieuwe dag te beginnen.
🔗 Beertje Pip kan niet wachten tot de dag van zijn verjaardag is aangebroken.
🔗 De gemeente Rotterdam zal op warme dagen 23 tot 31 extra toezichthouders gaan inzetten op strand Nesselande.
🔗 Maar je werkt maar vier dagen.
(tot ziens)
(goedendag; goeiendag)
good day
bonan tagon
🔗 Dag meneer.
(hallo);
hi
🔗 En welke dag is het vandaag?
(te voorschijn komen; uitkomen; verschijnen; voor de dag komen; voor den dag komen)
🔗 Noch Gench noch Kosmin daagde op voor het avondeten.
(tarten; trotseren; uittarten);
defy
🔗 Hij heeft onze tegenstander, die niemand minder dan kapitein Nicholl is, uitgedaagd!
(provoceren; tarten; tergen; uittarten)
defy
;
provoke
;

DutchEnglish
dagen dawn; summon; summons
dag bye‐bye; cheerio; day; daylight; daytime; good day; goodbye; howdy
opdagen roll up; turn up; come along; appear
uitdagen brave; call out; challenge; dare; defy; provoke; stretch