Information about the word opdagen (Dutch → Esperanto: aperi)

Synonyms: opdraven, te voorschijn komen, uitkomen, verschijnen, zijn entree maken, voor de dag komen, voor den dag komen

Part of speechverb
Pronunciation/ˈɔbdaɣə(n)/
Hyphenationop·da·gen

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) daag op(ik) daagde op
(jij) daagt op(jij) daagde op
(hij) daagt op(hij) daagde op
(wij) dagen op(wij) daagden op
(jullie) dagen op(jullie) daagden op
(gij) daagt op(gij) daagdet op
(zij) dagen op(zij) daagden op
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) opdage(dat ik) opdaagde
(dat jij) opdage(dat jij) opdaagde
(dat hij) opdage(dat hij) opdaagde
(dat wij) opdagen(dat wij) opdaagden
(dat jullie) opdagen(dat jullie) opdaagden
(dat gij) opdaget(dat gij) opdaagdet
(dat zij) opdagen(dat zij) opdaagden
Imperative mood
Singular/PluralPlural
daag opdaagt op
Participles
Present participlePast participle
opdagend, opdagende(zijn) opgedaagd

Usage samples

Hij zou de tekeningen op het ministerie in Washington komen brengen, maar is niet komen opdagen.
Noch Gench noch Kosmin daagde op voor het avondeten.

Translations

Afrikaansverskyn; opdaag
Catalanaparèixer
Englishappear
Esperantoaperi
Faeroesekoma
Finnishtulla näkyviin
Frenchapparaître; paraître; surgir
Germanerscheinen; zum Vorschein kommen; sich zeigen; auftauchen; zutage treten; an den Tag kommen; ans Licht kommen; als … dastehen; herauskommen
Greekεμφανίζομαι; φαίνομαι
Hungarianfeltűnik; megjelenik
Icelandickoma í ljós
Italianapparire
Latinapparere; comparere
Low Germanverskynen
Papiamentoaparesé
Polishpojawiać się
Portugueseaparecer; publicar‐se; sair à luz; vir a lume
Romanianapărea; se arăta; se ivi
Russianявляться
Saterland Frisianärschiene; ärskiene
Scottish Gaeliccoimhead
Spanishaparecer
West Frisianferskine