Nederlands–Engels woordenboek

Engelse vertaling van het Nederlandse woord was

Nederlands → Engels
  
NederlandsEngels (indirect vertaald)Esperanto
(spoeling; wassing)
washing
(opgang; opkomst)
🔗 Was is duur.
(hausse; stijging)
🔗 Door de nog steeds aanhoudende was der grote rivieren begint men nu, wat Nijmegen en omgeving betreft, op verschillende plaatsen ernstige hinder en schade te ondervinden.
was‐
(wassen)
🔗 Het licht van de fakkels en het vuur flakkerde rondom hen en op tafel stonden twee grote rode kaarsen van bijenwas.
polishing wax
wasachtig
(zeildoek)
oilcloth
;
wax‐cloth
taper
;
wax candle
🔗 Om het altaar brandden waskaarsen.
clothes‐peg
🔗 Een paar roze plastic wasknijpers hingen aan de lijnen.
waslijn
(drooglijn)
clothes‐line
;
washing line
🔗 Volgens de regering zijn meer dan zeshonderdduizend mensen getroffen door het wassende water.
(ómspoelen; uitwassen);
🔗 Ze wastte haar lange, donkere haar.
lesivi
(opgaan; oprijzen; opstijgen; rijzen; stijgen; zich verheffen; de hoogte in gaan)
(mengen; mêleren)
shuffle
basin
;
wash‐basin
;
wash‐hand basin
;
wash‐hand stand
;
washing‐stand
;
washstand
🔗 Hij liep naar de spiegel boven de wastafel.
(zijn)
🔗 Hoe oud waart ge toen?
(zijn; zitten)
🔗 Welnu, het zij zo.
(zijn)
🔗 Hoe zou het geweest zijn als ik een dochter had gehad in plaats van een zoon?
(wezen)
🔗 Wie zijt ge?
(wezen; zitten)
🔗 Uw vader was in het leger?
(wezen)
🔗 Ze zijn hem te duur.
🔗 Er zij licht.
🔗 Het zij zo.

NederlandsEngels
was beeswax; growth; laundry; linen; rise; wash; washing; wax
was‐ waxen; washing
bonte was coloured washing
de vuile was buiten hangen wash dirty linen in public; wash one’s dirty linen in public; air one’s dirty linen in public
een kind kan de was doen it’s very easy
goed in de slappe was zitten be well‐heeled
in de was in the wash
in de was doen put in the wash
schone was clean linen
slappe was dubbing; dubbin
vuile was dirty linen; soiled linen
witte was white washing
bijenwas beeswax
boenwas beeswax
boetseerwas modelling wax
oorwas ear‐wax
skiwas ski‐wax
vloerwas floor‐polish
wasachtig waxy; cereous
wasafdruk impression in wax
wasbleek waxen
wasboord washboard
wasdoek cerement; oilcloth; wax‐cloth
wasgeel waxen; as yellow as wax
waskaars wax light; wax candle; taper
wasklem clothes‐peg; clothes pin; peg
waskleur wax colour
wasknijper peg; clothes pin; clothes‐peg
waslicht wax light
waslijn washing line; clothes‐line
waslucifer wax‐match; vesta
waspapier wax paper
wassen be on the increase; grow; increase; launder; lave; pan off; pan out; wash; wax; waxen; wash down; washing; shuffle; rise; wash up
wastafel basin; wash‐basin; washbowl; wash‐hand stand; washing‐stand; washstand; wash‐hand basin
wastafeltje tablet
wasverzachter fabric softener; softener; softening agent
wasvoorschrift washing instructions
wezen animal; be; be‐all; being; entity; essence; essentiality; essentialness; existence; nature; substance
zijn be; entity; exist; existence; go; his; its