Engels–Nederlands woordenboek
Nederlandse vertaling van het Engelse woord peg
Engels | Nederlands (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(drachm; nip; snifter; snorter; apéritif; appetizer; aperitive) | ||
(plug; spigot; stopgap) | ; | |
(cotter‐pin) | ; | |
(affix; attach; determine; fasten; fix; make fast; secure; set; stick; appoint; belay) | ||
🔗 The currency was initially pegged to the French franc but has been linked to the euro since 1999. | ||
clothes‐peg (clothes‐pin) |
Engels | Nederlands |
---|---|
peg | ⇆ bevriezen; ⇆ borrel; ⇆ haak; ⇆ haring; ⇆ houten been; ⇆ houten nagel; ⇆ houten pen; ⇆ kapstok; ⇆ keil; ⇆ knijper; ⇆ knop; ⇆ koppelen; ⇆ met een pin vastmaken; ⇆ met wasknijpers ophangen; ⇆ neutje; ⇆ ophangen; ⇆ paaltje; ⇆ pen; ⇆ pikketanissie; ⇆ pin; ⇆ pinnen; ⇆ schroef; ⇆ spie; ⇆ stabiliseren; ⇆ stop; ⇆ tentharing; ⇆ vastmaken; ⇆ vastpinnen; ⇆ wasklem; ⇆ wasknijper |
a square peg in a round hole | ⇆ de verkeerde persoon |
be a square peg in a round hole | ⇆ niet de juiste man op de juiste plaats zijn |
come down a peg or two | ⇆ een toontje lager zingen; ⇆ eieren voor zijn geld kiezen |
off the peg | ⇆ confectie |
peg away | ⇆ ploeteren |
peg down | ⇆ binden |
peg down to | ⇆ binden aan |
peg out | ⇆ afbakenen; ⇆ afperken; ⇆ afzetten; ⇆ doodgaan; ⇆ ertussen uit knijpen; ⇆ opkrassen; ⇆ uitbakenen |
peg out the washing | ⇆ de was ophangen |
take down a peg or two | ⇆ een toontje lager doen zingen |
take somebody down a peg or two | ⇆ iemand een toontje lager doen zingen |
clothes‐peg | ⇆ knijper; ⇆ wasklem; ⇆ wasknijper |
off‐the‐peg | ⇆ confectie‐ |
pegtop | ⇆ priktol |
tent‐peg | ⇆ haring; ⇆ tentharing |