Nederlands–Engels woordenboek
Engelse vertaling van het Nederlandse woord aflopend
Nederlands | Engels (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(glooiend; hellend; schuin) | sloping | |
ending | finiĝanta | |
(eindigen; ophouden; uitgaan; verlopen; ten einde lopen) | ; expire ; | |
🔗 Dit loopt slecht af. | ||
slope | ||
(luiden) | peal ; ; ; ; | |
(doorkrúísen; dóórlopen; gaan door; doorváren) | pass through | |
🔗 De heren Fogg en Francis Cromarty kwamen, na het hele gehucht te hebben afgelopen, terug zonder iets te hebben gevonden. |
Nederlands | Engels |
---|---|
aflopend | ⇆ outgoing; ⇆ sloping; ⇆ terminable |
aflopen | ⇆ beat; ⇆ complete; ⇆ decline; ⇆ end; ⇆ eventuate; ⇆ finish; ⇆ go; ⇆ go off; ⇆ go out; ⇆ gutter; ⇆ harry; ⇆ perambulate; ⇆ rake; ⇆ recede; ⇆ slope; ⇆ expire; ⇆ turn out; ⇆ leave the ways; ⇆ be launched; ⇆ walk down; ⇆ go down; ⇆ wear out by walking; ⇆ wear out; ⇆ wear down; ⇆ pass through; ⇆ plunder; ⇆ run; ⇆ run down; ⇆ run out; ⇆ scour; ⇆ terminate |