Engels–Nederlands woordenboek
Nederlandse vertaling van het Engelse woord pleasure trip
| Engels | Nederlands (indirect vertaald) | Esperanto |
|---|---|---|
pleasure (appeal) | ; ; welbehagen ; | |
| (fun) | ; ; ; | |
🔗 Still, please allow me the simple pleasure of your company. | ||
pleasure (amusing; entertaining; funny; enjoyable; fun) | ; ; ; ; | |
pleasure (amusement; fun) | ||
pleasure (amusement; fun) | ||
| (journey; voyage) | ; ; trip | |
| (excursion; outing; sightseeing trip) | ; trip ; | |
🔗 One trip, to Indonesia in 2019, may have cost as much as $ 500,000 (£ 403,000), according to the non‐profit news website. | ||
| Engels | Nederlands |
|---|---|
| pleasure trip | ⇆ plezierreis; ⇆ pleziertochtje; ⇆ snoepreisje |
| pleasure | ⇆ behagen; ⇆ believen; ⇆ blieven; ⇆ geneugte; ⇆ genoegen; ⇆ genot; ⇆ goedvinden; ⇆ lust; ⇆ plezier; ⇆ pret; ⇆ vermaak; ⇆ welbehagen; ⇆ welgevallen |
| trip | ⇆ de voet lichten; ⇆ doen struikelen; ⇆ dribbelen; ⇆ een beentje lichten; ⇆ een fout maken; ⇆ een misstap doen; ⇆ fout; ⇆ huppelen; ⇆ laten struikelen; ⇆ lichten; ⇆ losgooien; ⇆ losstoten; ⇆ misstap; ⇆ op een fout betrappen; ⇆ overhalen; ⇆ reis; ⇆ reisje; ⇆ struikelen; ⇆ struikeling; ⇆ tochtje; ⇆ toer; ⇆ trip; ⇆ trippelen; ⇆ trippen; ⇆ uitstapje; ⇆ vangen |