Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord be a square peg in a round hole

Engels	Nederlands (indirect vertaald)	Esperanto
hole (eye; puncture)	gat	truo
🔗 My father will be wondering if I fell into a hole.
hole	kuil	foso
peg (drachm; nip; snifter; snorter; apéritif; appetizer; aperitive)	borrel	aperitivo
peg (plug; spigot; stopgap)	pin ; spie	kejlo
peg (cotter‐pin)	pen ; pin	stifto
peg (affix; attach; determine; fasten; fix; make fast; secure; set; stick; appoint; belay)	vastmaken	fiksi
🔗 The currency was initially pegged to the French franc but has been linked to the euro since 1999.
round	ronde	raŭndo
round	rond	ronda
round (round off)	afronden	rondigi
round (file; line; rank; row; queue; run; sequence; bank; string)	file ; gelid ; rij	vico
round (circle; ring; circuit)	kring	rondo
round (game)	partij ; partijtje	partio
round (sequence; string; row)	reeks	vico
square (quadratic)	vierkant	kvadrata
square	carré ; vak ; vierkant	kvadrato
square (plaza; public square; piazza)	plein	placo
square (even; paid‐up; quits; acquitted)	quitte	kvita
square	in het kwadraat verheffen ; vierkant maken	kvadratigi
square (T‐square; carpenter’s square)	winkelhaak	ortilo
square (bring into agreement; reconcile; bring into accord)	in overeenstemming brengen ; rijmen ; tot overeenstemming brengen	akordigi
square (directly; straight; straight ahead; direct)	recht	rekte
square (acquit; cancel; clear)	vereffenen	kvitigi
square	kwadraat ; tweede macht	kvadrato
square	kwadratisch ; vierkants‐ ; tweedegraads‐	kvadrata
square	vak	ĉelo

Engels	Nederlands
be a square peg in a round hole	⇆ niet de juiste man op de juiste plaats zijn
hole	⇆ bijt; ⇆ een gat maken in; ⇆ gat; ⇆ gaten maken in; ⇆ gribus; ⇆ hok; ⇆ hol; ⇆ hole; ⇆ kuil; ⇆ kuiltje; ⇆ negorij; ⇆ nest; ⇆ opening
peg	⇆ bevriezen; ⇆ borrel; ⇆ haak; ⇆ haring; ⇆ houten been; ⇆ houten nagel; ⇆ houten pen; ⇆ kapstok; ⇆ keil; ⇆ knijper; ⇆ knop; ⇆ koppelen; ⇆ met een pin vastmaken; ⇆ met wasknijpers ophangen; ⇆ neutje; ⇆ ophangen; ⇆ paaltje; ⇆ pen; ⇆ pikketanissie; ⇆ pin; ⇆ pinnen; ⇆ schroef; ⇆ spie; ⇆ stabiliseren; ⇆ stop; ⇆ tentharing; ⇆ vastmaken; ⇆ vastpinnen; ⇆ wasklem; ⇆ wasknijper
round	⇆ afronden; ⇆ bol; ⇆ canon; ⇆ flink; ⇆ goed; ⇆ in de omtrek; ⇆ in de rondte; ⇆ kring; ⇆ om; ⇆ omgaan; ⇆ omgang; ⇆ omkomen; ⇆ ommegang; ⇆ omringen; ⇆ omváren; ⇆ omzéílen; ⇆ reeks; ⇆ rond; ⇆ rond maken; ⇆ ronde; ⇆ rondedans; ⇆ ronden; ⇆ rondgezang; ⇆ rondje; ⇆ rondom; ⇆ rondreis; ⇆ routine; ⇆ salvo; ⇆ schijfje; ⇆ sleur; ⇆ snee; ⇆ stevig; ⇆ toer
square	⇆ <ouderwets en conventioneel persoon>; ⇆ afkanten; ⇆ blok; ⇆ carré; ⇆ conventioneel; ⇆ doek; ⇆ duidelijk; ⇆ eerlijk; ⇆ exercitieplein; ⇆ haak; ⇆ haaks; ⇆ hoek; ⇆ hokje; ⇆ in het kwadraat verheffen; ⇆ in het reine brengen; ⇆ in het vierkant; ⇆ in orde brengen; ⇆ kanten; ⇆ kantrechten; ⇆ kazerneplein; ⇆ kloppen; ⇆ kwadraat; ⇆ luier; ⇆ omkopen; ⇆ ouderwets; ⇆ overhalen; ⇆ plein; ⇆ quitte; ⇆ recht; ⇆ rechthoekig; ⇆ rechtuit; ⇆ ruit; ⇆ tablet; ⇆ tekenhaak; ⇆ tot de tweede macht verheffen; ⇆ trut; ⇆ tweede macht; ⇆ tweedemachts‐; ⇆ vak; ⇆ vakje; ⇆ vereffenen; ⇆ verevenen; ⇆ vierkant; ⇆ vierkant brassen; ⇆ vierkant maken; ⇆ vierkant uitgesneden; ⇆ winkelhaak