English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word the powers that be

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
;
🔗 Was she a witch?
; ;
🔗 Where am I?
(be found; find oneself)
;
🔗 There is no hiding place now.
🔗 So be it!
(might)
(capacity); ;
🔗 And this god has power beyond magic.
(effect)
; ;
🔗 Grace Mugabe clearly wanted more power.
(electricity)
🔗 Across the state, close to 800,000 customers remained without power Saturday evening.

EnglishDutch
the powers that be de overheid
be bestaan; doen; duren; gebeuren; ontstaan; staan; steken; wezen; worden; zich bevinden; zijn; zitten
power aandrijven; bevoegdheid; elektrisch; energie; energie leveren aan; gezag; kracht; macht; mogendheid; sterkte; stroom; vermogen; volmacht