Information about the word zijn (Dutch → Esperanto: esti)

Part of speechverb
Pronunciation/zɛi̯n/
Hyphenationzijn

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(het) bent(het) was
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat het) zij(dat het) ware
Past participle
(zijn) geweest

Usage samples

Het is tijd om onrechtvaardigheid niet langer voor lief te nemen.
Het waren de eerste dagen van november.
Het was avond en ik zat op de bank.
Het zij zo.
Dat zou kunnen, ware het niet dat de houtafdeling het zo druk heeft dat ik een jaar moet wachten.
Het zal de eerste keer zijn dat de band op het festival te zien is.

Translations

Englishbe
Esperantoesti