English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word spray‐can

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(tin)
enladigi
(tin; tin can);
(pot; jug; mug; tankard; jar)
(may; be able; be able to)
🔗 We could not find it.
🔗 We cannot have our precious princess unhappy.
spray
;
spraji
spray
(gush; spurt; spurt out; spout; sprinkle; gush out; shoot forth)
ŝpruci
spray
(squirt; splash; spout; sprinkle; spurt; inject)
; ;
ŝprucigi
spray
ŝpruceti
spray
(sprinkler; atomizer)
sproeier
spray
(gush; spurt)
;
vloeistofstraal

EnglishDutch
spray‐can spuitbus
can bajes; bak; blik; bus; inblikken; kan; kunnen; lik; nor; plee; pot
spray afspuiten; besproeien; bespuiten; boeketje; buiswater; flitspuit; nevel; rijsje; sproeien; sproeier; sproeimiddel; spuiten; stofregen; takje; vaporisator; vernevelen; verstuiven; verstuiver