Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word bespuiten

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(verstuiven)
spray
spraji
🔗 Ik gebruik altijd een oplossing van nicotine om mijn rozen te bespuiten.
(sproeien; uitspuiten; verstuiven)
squirt
;
spout
;
spray
;
spurt
ŝprucigi
spurt
;
spout
;
spray
ŝpruci
🔗 Terwijl hij dat deed, spoot een straal vloeistof door de nachtlucht precies naar de plaats waar hij een seconde tevoren nog gestaan had.

DutchEnglish
bespuiten hose; spray; spray on; squirt upon; syringe
bespuiting spraying
spuiten blow; jet; mainline; get one’s rocks off; spout; squirt; spray; spurt; shoot; shoot up; syringe