Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word besproken

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(gereserveerd)
stand‐offish
rezervita
(discussiëren; discuteren; bediscussiëren)
(behandelen; bepraten; discussiëren)
🔗 Dit is niet besproken geworden.
(recenseren)
recenzi
irreproachable
neriproĉinda

DutchEnglish
bespreken agitate; bespeak; book; debate; discuss; engage; knock about; knock around; notice; palaver; reserve; retain; review; secure; talk about; talk over
onbesproken reproachless; undiscussed; unbooked; free; blameless; irreproachable
veelbesproken much‐discussed; much discussed