English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word fold

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
fold
(fold up)
;
fold
;
vouw
fold
(sheepfold; sheep‐pen)
fold up
(fold)
folder
folder
(exercise‐book; notebook; volume; fascicule)
; ;
folding
sheepfold
(fold; sheep‐pen)
;
schapestal
unfold
(unroll; unwrap)
unfold
(develop; unroll; unwrap; open out)
disvolviĝi
unfold
(unroll; unfurl)
malvolvi

EnglishDutch
fold het afleggen; het bijltje erbij neergooien; het bijltje erbij neerleggen; huidplooi; hullen; kooi; kooien; kronkel; kudde; op de fles gaan; opdoeken; opvouwen; plooi; plooien; samenvouwen; schaapskooi; schoot; slaan; sluiten; vouw; vouwen; wikkelen; zich laten vouwen
epicanthic fold Mongolenplooi
fold back omvouwen
fold down omvouwen
fold in bijmengen; doorroeren; toevoegen
fold in four in vieren vouwen
fold in one’s arms in de armen sluiten
fold one’s hands de handen vouwen
fold out uitklappen; uitvouwen
fold up dichtvouwen; het afleggen; het bijltje erbij neergooien; het bijltje erbij neerleggen; inklappen; op de fles gaan; opvouwen; samenvouwen; toevouwen
with folded hands met de handen in de schoot
bill‐fold portefeuille
enfold hullen; omarmen; omhelzen; omvatten; wikkelen
foldable opvouwbaar; plooibaar; samenvouwbaar; vouwbaar
folder folder; map; mapje; opbergmap; vouwblad
folding opklap‐; opvouwbaar; plooiing; vouw‐
folding‐camera klapcamera
sheepfold schaapskooi; schapehok; schapestal
unfold onthullen; ontplooien; ontrollen; ontvouwen; openbaren; openen; opengaan; openvouwen; uitlaten; uitslaan; uitspreiden; uitwaaieren; zich ontplooien; zich ontrollen; zich ontvouwen; zich uitspreiden