Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word schijnheilig
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(gehuicheld; geveinsd; huichelachtig) | hypocritical | |
🔗 Het zou schijnheilig zijn om dat niet te erkennen. | ||
(sacraal) | ; | |
; | ||
🔗 De minister vindt dat het niet aan de overheid is om te bepalen wat heilige boeken zijn. | ||
(glans) | ||
; | ||
🔗 Het had er alle schijn van. | ||
(blinken; prijken; stralen) | ||
🔗 De zon scheen toen hij op weg ging maar het was zo zwart als de nacht in de tunnel. | ||
(lichten) | ; gleam | |
🔗 De maan was al opgekomen en scheen op de open plek. | ||
(lijken) | ; | |
🔗 De westelijke weg schijnt de gemakkelijkste. | ||
schijnheiligheid (hypocrisie) |
Dutch | English |
---|---|
schijnheilig | ⇆ canting; ⇆ holier‐than‐thou; ⇆ hypocritic; ⇆ hypocritical; ⇆ mealy‐mouthed; ⇆ sanctimonious |
heilig | ⇆ holily; ⇆ holy; ⇆ sacred; ⇆ unbreakable; ⇆ sainted; ⇆ saintly; ⇆ taboo; ⇆ solemnly; ⇆ saintlike |
schijn | ⇆ appearance; ⇆ colour; ⇆ glimmer; ⇆ glimmering; ⇆ guise; ⇆ make‐believe; ⇆ pretence; ⇆ semblance; ⇆ shadow; ⇆ show; ⇆ shine; ⇆ pretext |
schijnen | ⇆ appear; ⇆ gleam; ⇆ seem; ⇆ shine |
schijnheilige | ⇆ Pharisee; ⇆ hypocrite |
schijnheiligheid | ⇆ sanctimony; ⇆ hypocrisy |