Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word overtrefbaar

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
insurmountable
;
🔗 Als gids is de Bijbel onovertrefbaar.
(te boven gaan; uitblinken; uitmunten; voorbijstreven; overstijgen);
surpass
; ; ;
outclass
;
outshine
; ;
🔗 Lieve help, u zult straks meneer Bilbo nog overtreffen.
surpass

DutchEnglish
onovertrefbaar unsurpassable
overtreffen bang; beat; best; better; cap; exceed; excel; have the advantage of; have the advantage over; outclass; outdo; outgo; outmatch; outrank; outreach; outshine; outvie; overbid; overgo; overmatch; overtop; refine on; refine upon; surpass; transcend; be superior to; top

The word overtrefbaar could not be translated into the selected target language by us.