English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word outdo

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(curl);
(be suitable; fit; suit; be of use; serve);
geschikt zijn
(suffice; be enough)
🔗 Yes or no will do.
fari purigadon al
;
🔗 There is still work to be done.
(act)
(reach; strike);
🔗 German chancellor Angela Merkel said she did not believe it would be clear yesterday whether a deal will be done.
(carry out; commit; perform; wage; conduct); ; ; ; ;
🔗 Was it something I did?
🔗 And I did her hair.
(outside; without);
🔗 At least I can have my pipe out there.
(outside; outward);
🔗 He pushed on the door, forcing her out.
(unconscious)
(outside of; outside)
(off)

EnglishDutch
outdo de loef afsteken; overtreffen
outdo somebody iemand de loef afsteken
do aan kant doen; aanrichten; aanvangen; afleggen; baten; bedrog; betrachten; braden; brommen; dienen; do; doen; een beurt geven; flikken; fuif; fuifje; gedijen; idem; klaarmaken; koken; maken; nemen; opknappen; opmaken; redderen; rijden; spelen; spelen voor; te pakken nemen; tieren; toch; toebrengen; uithalen; uithangen; uitrichten; uitvoeren; uitvreten; ut; verhandelen; verrichten; voldoen; zitten
out af; bekend; bewusteloos; buiten; buitengaats; daarbuiten; daaruit; eropuit; eruit; geopenbaard; in staing; naar buiten; niet meer aan de slag; niet meer aan het bewind; niet thuis; om; op; te veld; uit; uit de mode; uit het gelid; uit het lid; uitgedoofd; uitgesloten; weg