Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word eropuit

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
;
go out
; ; ; ; ;
🔗 Hij was er bij het ochtendkrieken reeds opuit gegaan en nu stond hij achter een zware boom naar het geheimzinnige bouwwerk te kijken.

DutchEnglish
eropuit out
eropuit gaan sally out; sally forth; set out
eropuit trekken set out; set forth
eropuit zijn om be bent upon