Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word ingrijpen

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(tussenbeide komen)
intervene
;
🔗 Toen greep God in.
(aangrijpen; bemachtigen; te pakken krijgen; vastgrijpen);
grab
;
grasp
; ; ;
🔗 Grijpt hem!
(beetpakken; vatten)
grasp
;
grab
; ;
🔗 Hij greep naar mij, maar ik was al weer weg.
(interventie; tussenkomst)
(operatie)
operation
;
surgery

DutchEnglish
ingrijpen interfere; intervene; step in
grijpen snatch; snatch up; apprehend; catch; catch hold of; clasp; claw; collar; engage; get hold of; grab; grab hold of; grasp; grip; gripe; lay hold of; pounce upon; prehension; seize; seize hold of; take hold of; tackle; clutch
ingreep intervention; surgery; operation