Information about the word ingrijpen (Dutch → Esperanto: interveni)

Synonyms: tussenbeide komen, intercederen

Part of speechverb
Pronunciation/ˈɪŋɣrɛi̯pə(n)/
Hyphenationin·grij·pen

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) grijp in(ik) greep in
(jij) grijpt in(jij) greep in
(hij) grijpt in(hij) greep in
(wij) grijpen in(wij) grepen in
(jullie) grijpen in(jullie) grepen in
(gij) grijpt in(gij) greept in
(zij) grijpen in(zij) grepen in
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) ingrijpe(dat ik) ingrepe
(dat jij) ingrijpe(dat jij) ingrepe
(dat hij) ingrijpe(dat hij) ingrepe
(dat wij) ingrijpen(dat wij) ingrepen
(dat jullie) ingrijpen(dat jullie) ingrepen
(dat gij) ingrijpet(dat gij) ingrepet
(dat zij) ingrijpen(dat zij) ingrepen
Imperative mood
Singular/PluralPlural
grijp ingrijpt in
Participles
Present participlePast participle
ingrijpend, ingrijpende(hebben) ingegrepen

Usage samples

De laatsten die aan de beurt waren, begrepen dan ook dat hier krachtig moest worden ingegrepen.
Toen greep God in.
De regering moet hier ingrijpen.

Translations

Catalanintervenir
Czechzakročit
Englishintervene; interfere
Esperantointerveni
Frenchintervenir
Germandazwischentreten; einschreiten
Papiamentointervení
Portugueseintervir
Saterland Frisiandeertwisketreede
Spanishintervenir