Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word besluiten uit
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(beslissen; uitmaken; zich voornemen) | ; ; determine ; resolve ; | |
🔗 Ik besloot het te vangen. | ||
(afmaken; afsluiten; beëindigen; uitmaken; voleindigen; een eind maken aan; eindigen) | ; | |
🔗 We besluiten het jaar zoals u inmiddels van ons gewend bent met een reisspecial. | ||
(afleiden; concluderen; opmaken) | ; conclude | |
conclude | findiri | |
🔗 „Dan verandert de lucht in olie”, besloot de wijze. |
Dutch | English |
---|---|
besluiten uit | ⇆ infer from |
besluiten | ⇆ choose; ⇆ close; ⇆ conclude; ⇆ decide; ⇆ determine; ⇆ end; ⇆ end up; ⇆ finish up; ⇆ infer; ⇆ resolve; ⇆ settle; ⇆ top off; ⇆ top up |