Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word behalen

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(bereiken; halen)
(winnen);
(opdoen; verwerven)
🔗 Volgens Trump heeft hij een enorme verkiezingszege behaald en moet het tellen van poststemmen moet worden stopgezet.
(gaan halen); ;
🔗 De Duivel hale hen!
(raken; treffen); ;
🔗 We kunnen de trein van tien voor vijf nog net halen.
(betrekken; laten komen); ;
🔗 En intussen zullen we een dokter halen.
(behalen; bereiken; achteropkomen);
🔗 Het beste is als we de bergen voor donker halen.
(trekken);
haul
;
🔗 Het leek wel of er een mes over zijn rug werd gehaald.

DutchEnglish
behalen achieve; bear; carry; carry off; chalk up; draw; fetch; gain; notch up; obtain; rate; score; take; win
eer behalen aan gain credit by
halen bring; call for; catch; command; draw; extract; fetch; find; get; go for; haul; hit; last; last out; make; pass; run; take; pull; obtain; secure; call in; reach