Nederlânsk–Frysk wurdboek
Fryske oersetting fan it Nederlânske wurd breken
Nederlânsk | Frysk (net rjochtstreeks oerset) | Esperanto |
---|---|---|
refrakti | ||
(dóórbreken; stukbreken) | ; ferbrekke ; skeine | |
🔗 Hij brak de stok in tweeën en gooide de stukken op het vuur. | ||
(afbreken; knappen; stukgaan) | ||
🔗 De deur brak in stukken. | ||
(breuk; fractuur; verbreking) | brek | |
refraktiĝi | ||
🔗 Toch heb ik mijn belofte niet gebroken. | ||
🔗 Het dier brak de nek van de man en sleurde hem naar buiten. | ||
🔗 Hij probeert opnieuw de bank te breken. | ||
🔗 Ze heeft gebroken met haar grootmoeder. | ||
🔗 Hij kon de weerstand breken van de Spanjaarden, die zich in het kasteel verschanst hielden. | ||
(beginnen; intreden) | ; oanbrekke ; oanfange ; oangean | |
🔗 Er breken moeilijke tijden aan. | ||
; oanfang | ||
🔗 Het was duidelijk dat het aanbreken van de dag hem geen vreugde bracht. | ||
(opendoen; openen; openmaken; openstellen; openslaan) | slute | |
🔗 Nisbet stond op en brak een nieuwe kruik aan. | ||
ôfbrekke | derompiĝi | |
ôfbrekke | ||
(breken; stukgaan) | ||
🔗 Maar hier en daar waren er kleine stukjes afgebroken. | ||
(opbreken; opheffen; ophouden met; staken; stelpen; stoppen; stopzetten) | ôfbrekke | |
(ophouden; stoppen; uitscheiden) | ôfbrekke | |
🔗 De muziek brak onmiddellijk af. | ||
(verbreken) | ||
🔗 Hij wilde niet over de kwestie onderhandelen en brak de besprekingen af. | ||
(breken; stukbreken) | ; ferbrekke ; skeine | |
(in de rede vallen; interrumperen; schorsen) | ôfbrekke | |
🔗 Wat is er nu zo belangrijk dat je mijn massage ervoor moet onderbreken? | ||
(afbreken; opheffen) | ôfbrekke | |
(breken; dóórbreken) | ; ferbrekke ; skeine | |
(afbreken) | ||
🔗 Een geluid verbrak haar sombere gedachten. |