Ynformaasje oer it wurd onderbreken (Nederlânsk → Esperanto: interrompi)

Synonimen: in de rede vallen, interrumperen, schorsen

Wurdsoartetiidwurd
Utspraak/ɔndərˈbrekə(n)/
Ofbrekingon·der·bre·ken

Ferfoarming

Oantoanende foarm
NotiidDoetiid
(ik) onderbreek(ik) onderbrak
(jij) onderbreekt(jij) onderbrak
(hij) onderbreekt(hij) onderbrak
(wij) onderbreken(wij) onderbraken
(jullie) onderbreken(jullie) onderbraken
(gij) onderbreekt(gij) onderbraakt
(zij) onderbreken(zij) onderbraken
Oanfoegjende foarm
NotiidDoetiid
(dat ik) onderbreke(dat ik) onderbrake
(dat jij) onderbreke(dat jij) onderbrake
(dat hij) onderbreke(dat hij) onderbrake
(dat wij) onderbreken(dat wij) onderbraken
(dat jullie) onderbreken(dat jullie) onderbraken
(dat gij) onderbreket(dat gij) onderbraket
(dat zij) onderbreken(dat zij) onderbraken
hjittende foarm
Iental/MeartalMeartal
onderbreekonderbreekt
Mulwurden
NomulwurdDoemulwurd
onderbrekend, onderbrekende(hebben) onderbroken

Foarbylden fan gebrûk

Wat is er nu zo belangrijk dat je mijn massage ervoor moet onderbreken?
Hij onderbrak zijn beschrijving van een toekomstig slachtoffer om een lange teug te nemen uit een enorme kroes schuimend bier.
Hun bittere gedachten werden onderbroken door de komst van enkele Jappen.

Oarsettingen

Afrikaanskonderbreek
Deenskafbryde
Esperantointerrompi
Fereuerskbróta av
Frânskinterrompre
Fryskôfbrekke
Ingelskinterrupt; break; cut off
Italjaanskinterrompere
Katalaanskinterrompre
Papiamintskinterumpí
Poalskprzerwać
Portegeeskinterromper
Roemeenskîntrerupe
Spaanskinterrumpir
Sweedskavbryta