Nederlands–Engels woordenboek
Engelse vertaling van het Nederlandse woord uitgaan
Nederlands | Engels (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(uitlopen) | go out | |
🔗 U wist dat Molly met andere mannen uitging? | ||
(doven; uitdoven) | expire | |
🔗 Het is nu bezig uit te gaan. | ||
(aflopen; verlopen; ten einde lopen) | expire | |
guess ; presume ; ; surmise ; ; ; ; | ||
🔗 De politie zegt uit te gaan van een misdrijf. | ||
🔗 Ik ging door de steeg aan den achterkant en klom over den muur, zodat ik op het terrein van het kasteel terecht kwam. | ||
(gang; loop; verloop) | going | |
🔗 Het gaan werd moeilijker. | ||
(lopen; te voet gaan) | piediri | |
(overgaan) | ; ; | |
🔗 Opnieuw ging de gong. | ||
(rijden) | ; | |
<futura helpverbo> | ||
🔗 Wat gaan we doen, chef? | ||
; refer | ||
🔗 Het gaat niet om geld, het gaat om schatten! | ||
succeed | ||
🔗 Op die manier gaat het niet. | ||
(zich begeven; varen) | ||
🔗 Hij ging naar de eetzaal van het hotel en nam plaats aan de hoek van een tafel. | ||
(begaan) | ||
🔗 Maar om de rechtsstaat te herstellen en de overige EU‐miljarden te krijgen zal Polen onder Tusk een lange weg te gaan hebben. | ||
🔗 Ze zijn met de auto gegaan en moesten een anderhalf uur rijden. |
Nederlands | Engels |
---|---|
uitgaan | ⇆ be over; ⇆ come of; ⇆ date; ⇆ die; ⇆ die down; ⇆ egress; ⇆ expire; ⇆ fail; ⇆ give out; ⇆ go out; ⇆ go places; ⇆ originate |
hij gaat uit van het idee dat | ⇆ his starting‐point is that |
uitgaande van | ⇆ starting from |
uitgaan met | ⇆ date; ⇆ take out |
uitgaan op | ⇆ end in; ⇆ terminate in |
uitgaan van | ⇆ emanate from; ⇆ originate from; ⇆ originate with; ⇆ start from |
gaan | ⇆ bear; ⇆ depart; ⇆ draw; ⇆ fare; ⇆ go; ⇆ going; ⇆ move; ⇆ pass off; ⇆ proceed; ⇆ range; ⇆ walk; ⇆ step; ⇆ run; ⇆ set; ⇆ go and; ⇆ go out; ⇆ get on; ⇆ walking; ⇆ travel; ⇆ make one’s way; ⇆ be about |
uitgaand | ⇆ outgoing; ⇆ theatre‐going; ⇆ concert‐attending; ⇆ café‐frequenting; ⇆ outward; ⇆ outward bound |
uitgaanscentrum | ⇆ entertainment centre; ⇆ entertainment district |
uitgaansdag | ⇆ day out; ⇆ off‐day; ⇆ outing |
uitgaansgelegenheid | ⇆ place of entertainment |
uitgaansleven | ⇆ night‐life |
uitgaansverbod | ⇆ curfew |