Engels–Nederlands woordenboek
Nederlandse vertaling van het Engelse woord scare oneself to death
Engels | Nederlands (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
; | ||
🔗 Death was indeed there. | ||
(deter; discourage; frighten off) | fortimigi | |
(frighten; alarm; chill; intimidate; startle; affright; daunt) | ; | |
🔗 They scare me, too. | ||
schrikaanjaging ; vreesaanjaging ; |
Engels | Nederlands |
---|---|
scare oneself to death | ⇆ zich doodschrikken |
death | ⇆ afsterven; ⇆ dood; ⇆ heengaan; ⇆ overlijden; ⇆ sterfgeval; ⇆ sterven; ⇆ verscheiden; ⇆ versterf; ⇆ versterving |
scare | ⇆ afschrikken; ⇆ bang maken; ⇆ bangmakerij; ⇆ doen schrikken; ⇆ doen terugschrikken; ⇆ paniek; ⇆ schrik; ⇆ verschrikken |