Engels–Nederlands woordenboek
Nederlandse vertaling van het Engelse woord road trip
Engels | Nederlands (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(path; way) | ||
(highway; roadway; high road) | ||
; | ||
(route; way; course; passage; pathway) | ||
(path) | ||
🔗 Trump does retain a chance of winning, though has fewer roads to 270 electoral votes than his rival Joe Biden. | ||
(journey; voyage) | ; ; trip | |
(excursion; outing; sightseeing trip) | ; trip ; | |
🔗 One trip, to Indonesia in 2019, may have cost as much as $ 500,000 (£ 403,000), according to the non‐profit news website. |
Engels | Nederlands |
---|---|
road trip | ⇆ autotocht |
road | ⇆ baan; ⇆ rede; ⇆ rijweg; ⇆ straat; ⇆ weg |
trip | ⇆ de voet lichten; ⇆ doen struikelen; ⇆ dribbelen; ⇆ een beentje lichten; ⇆ een fout maken; ⇆ een misstap doen; ⇆ fout; ⇆ huppelen; ⇆ laten struikelen; ⇆ lichten; ⇆ losgooien; ⇆ losstoten; ⇆ misstap; ⇆ op een fout betrappen; ⇆ overhalen; ⇆ reis; ⇆ reisje; ⇆ struikelen; ⇆ struikeling; ⇆ tochtje; ⇆ toer; ⇆ trip; ⇆ trippelen; ⇆ trippen; ⇆ uitstapje; ⇆ vangen |