Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord read

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
(read out)
finlegi
;
🔗 Nai the Hever had not even read it.
(say)
🔗 “Thank you for your heroic deeds!” reads one poster.
read a paper on
(make a report)
;
verslag uitbrengen
referi
read out
(read)
;
finlegi
🔗 Read it through two or three times before beginning the translation.
(legible)
(worth reading)
🔗 Undoubtedly some readers would prefer more of such references, others less.
(chrestomathy)
(lector; lecturer)
(reciter);
voordrager
🔗 He was regarded as a wonderful reader.
;
🔗 Rand preferred to do his reading stretched out on the rug in front of the fire.
(reading matter)
(lecture)
🔗 On the way, I stopped to check the readings!
(read again; read over again)
🔗 The real war is only beginning, but this one battle at least ends with the sort of grand finale worth re‐reading a time or two.
unread
nelegita
well‐read
beletre klera

EngelsNederlands
read aanwijzen; aflezen; begrijpen; corrigeren; doorzíén; een lezing houden; gelezen; lezen; luiden; ontcijferen; oplezen; oplossen; opnemen; opvatten; studeren; uitgelezen; uitleggen; voorlezen; zich bekwamen; zich laten lezen
have a long read lang zitten lezen
he who runs may read het is zo klaar als de dag
if I read him rightly als ik hem goed begrijp
light reading ontspanningslectuur
read a lecture een lezing houden
read a paper on een lezing houden over; een voordracht houden over
read between the lines tussen de regels door lezen
read easily zich makkelijk laten lezen
read for zich voorbereiden voor
read for the bar rechten studeren
read into opmaken uit
read law rechten studeren
read off aflezen; oplezen
read on dóórlezen
read out aflezen; hardop lezen; oplezen; uitlezen; voorlezen
read over nalezen; overlezen
read somebody a lesson iemand de les lezen
read somebody’s wishes iemand naar de ogen zien
read somebody through iemand doorzien
read the clock op de klok kijken
read through dóórlezen; uitlezen
read to pieces stuklezen
read to shreds stuklezen
read to somebody iemand voorlezen
read up bestuderen; blokken; blokken op; zich inwerken
read up on zich op de hoogte stellen van
read/write head lees‐/schrijfkop
spread with bestrijken met
take as read als een vanzelfsprekendheid beschouwen
lipread liplezen
misread misduiden; verkeerd lezen
readable leesbaar; lezenswaard; lezenswaardig
reader corrector; lector; leesapparaat; leesboek; lezer; lezeres; meteropnemer; opnemer; voorlezer
reading aflezing; belezenheid; doorlezing; lectuur; leesstof; lezen; lezend; lezing; opneming; opvatting; stand; studie; voorlezen; voorlezing
re‐read herlezen
unread ongelezen
well‐read belezen; op de hoogte