Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord presents

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
(gift; donation); ;
🔗 We have brought presents.
(present tense)
tegenwoordige tijd

EngelsNederlands
present aanbieden; aanleggen; aanwezig; bieden; cadeau; dezes; erbij; geschenk; geven; gift; heden; hedendaags; huidig; indienen; in kwestie; onderhavig; opleveren; overhandigen; óverleggen; present; presenteren; tegenwoordig; tegenwoordige tijd; uitdelen; uitreiken; vertonen; voordragen; voorleggen; voorstellen