Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord outlet

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
outlet
(market)
aĉetanta regiono
(exit; way out; egress)
🔗 They argue it only gave Sarah Huckabee Sanders another outlet to spread more lies.
(allow; leave; release)
(rent out; rent; hire)
(enable; permit; allow; make possible)
in staat stellen
;
mogelijk maken
(allow; permit)
🔗 Too many here have refused to let me help at all.
;
(outside; without);
🔗 At least I can have my pipe out there.
(outside; outward);
🔗 He pushed on the door, forcing her out.
(unconscious)
(outside of; outside)
(off)

EngelsNederlands
outlet afvoerkanaal; afzetgebied; contactdoos; uitgang; uitlaatklep; uitloop; uitweg; verkooppunt
retail outlet verkooppunt
let aanbrengen; laten; let; toelaten; verhuren; verhuring
out af; bekend; bewusteloos; buiten; buitengaats; daarbuiten; daaruit; eropuit; eruit; geopenbaard; in staing; naar buiten; niet meer aan de slag; niet meer aan het bewind; niet thuis; om; op; te veld; uit; uit de mode; uit het gelid; uit het lid; uitgedoofd; uitgesloten; weg