Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord knows

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
(be acquainted with; be informed with)
🔗 We didn’t know his name.
(be able to);
🔗 He wished he knew more about the crew.
(sleep with; have sexual intercourse with; lie with; have sex with)
geslachtsverkeer hebben met
🔗 Cain knew his wife, and she conceived and bore Enoch.

EngelsNederlands
know bekennen; ervaren; geslachtsverkeer hebben met; herkennen; kennen; kunnen; merken; ondervinden; verstaan; weten; zien