Engels–Nederlands woordenboek

Nederlandse vertaling van het Engelse woord hand‐bell

Engels → Nederlands
  
EngelsNederlands (indirect vertaald)Esperanto
;
(jingle bell);
(cloche; dish‐cover)
(hand over); ;
ter hand stellen
(labourer; operative; worker; working man; workman)
🔗 Scales laid a hand on his shoulder.
(convey; hand over; pass; assign; deliver; transmit; transfer; turn over); ; ; ;
(veteran; ex‐serviceman)
(indicator)

EngelsNederlands
hand‐bell tafelbel
bell bel; bengel; een bel aanbinden; een bel omdoen; glas; klok; klokje; luchtbel; paviljoen; rinkelbel; schel; schreeuwen
hand aangeven; aanreiken; afgeven; arbeider; arbeidskracht; geven; hand; handschrift; handtekening; handvol; kaart; kam; man; overhandigen; overreiken; poot; spel; speler; ter hand stellen; toereiken; voorpoot; wijzer