Engels–Nederlands woordenboek
Nederlandse vertaling van het Engelse woord handbill
Engels | Nederlands (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(beak) | ; | |
(ticket) | ; | |
(pruning‐knife; billhook) | snoeimes | |
(invoice) | ; | |
(invoice) | ; | |
(draught; draw) | traite | |
(placard; poster) | ||
(negotiable security; note; negotiable instrument) | ; waardepapier | |
(act; deed) | ; ; | |
🔗 Without the spending cuts in the failed bill, any tax cuts will add to the budget deficit. | ||
; | ||
(hand over) | ; ; ter hand stellen | |
(labourer; operative; worker; working man; workman) | ||
🔗 Scales laid a hand on his shoulder. | ||
(convey; hand over; pass; assign; deliver; transmit; transfer; turn over) | ; ; ; ; | |
(veteran; ex‐serviceman) | ||
(indicator) |
Engels | Nederlands |
---|---|
handbill | ⇆ biljet; ⇆ reclamefolder; ⇆ snoeimes; ⇆ strooibiljet |
bill | ⇆ aanklacht; ⇆ aankondigen; ⇆ aanplakbiljet; ⇆ akte van beschuldiging; ⇆ bankbiljet; ⇆ bek; ⇆ bijl; ⇆ cedel; ⇆ ceel; ⇆ de rekening sturen; ⇆ door biljetten aankondigen; ⇆ flap; ⇆ hellebaard; ⇆ lijst; ⇆ nota; ⇆ ontwerp; ⇆ op de rekening zetten; ⇆ op het programma zetten; ⇆ program; ⇆ programma; ⇆ raambiljet; ⇆ rekening; ⇆ snavel; ⇆ sneb; ⇆ snoeimes; ⇆ strooibiljet; ⇆ voorstel; ⇆ wetsontwerp; ⇆ wetsvoorstel; ⇆ wissel |
hand | ⇆ aangeven; ⇆ aanreiken; ⇆ afgeven; ⇆ arbeider; ⇆ arbeidskracht; ⇆ geven; ⇆ hand; ⇆ handschrift; ⇆ handtekening; ⇆ handvol; ⇆ kaart; ⇆ kam; ⇆ man; ⇆ overhandigen; ⇆ overreiken; ⇆ poot; ⇆ spel; ⇆ speler; ⇆ ter hand stellen; ⇆ toereiken; ⇆ voorpoot; ⇆ wijzer |